Kerkdienst Wierden 16-10-2016

 

Zondag 16 oktober

Morgengebed voor vertrek

Voorganger: licht gedrukt

Gemeente: donker gedrukt

Heer, open mijn lippen

en mijn mond zal uw lof verkondigen

Van zonsopgang tot zonsondergang

moet uw naam worden geloofd.

God, kom mij te hulp, Heer, haast U mij te helpen.

 

Samenzang: NLB 195

 

Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest

als in den beginne nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.

 

Psalmengebed: Psalm 121 – Een bedevaartslied

 

Samenzang: Psalm 121:1

 

1. Ik sla mijn ogen op en zie

de hoge bergen aan, / waar komt mijn hulp vandaan?

Mijn hulp is van mijn HERE, die

dit alles heeft geschapen. / Mijn herder zal niet slapen.

 

­3 Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter.

4 Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël.

­5 De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand:

6 overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden.

 

Samenzang: Psalm 121:4

 

4. De HEER zal u steeds gadeslaan,

Hij maakt het kwade goed, / Hij is het die u hoedt.

Hij zal uw komen en uw gaan,

wat u mag wedervaren, / in eeuwigheid bewaren.

 

Gebed: Geef ons wijsheid om U te ontdekken, verstand om U te begrijpen. Volharding om U te zoeken, geduld om op U te wachten, ogen om op U gericht te zijn. Een hart dat zich aandachtig op U richt en een leven dat U verkondigt. Door de kracht van de Geest van Jezus Christus, onze Heer. Amen.

 

We lezen vanmorgen uit de Bijbel over het volk Israël, dat op zou trekken naar het beloofde land. Vooral Mozes voelde daarbij de behoefte om te weten dat God met hem mee zou gaan. Wij vertrekken voor een ander soort reis naar datzelfde land. Het is een vacantie. Maar niet zomaar een vacantie. Het is ook een pelgrimsreis. En het is daarmee een plaatje van je levensreis door de tijd. Misschien heb je hooggespannen verwachtingen. Zal deze reis je geloof verlevendigen? Ga je er misschien iets van de Here God Zélf beleven? Wees er maar op voorbereid, dat je net als Mozes misschien alleen maar zijdelings en in het voorbijgaan iets van God zult mogen zien. En dat je op het moment zelf niet eens zo heel diepe ervaringen zult hebben. Maar als alles achter de rug is, zul je net als Mozes hopelijk toch kunnen zeggen dat je weldegelijk iets van God 'gezien' hebt...

Bijbellezing: Exodus 33:­ 12 Mozes zei tegen de HEER: ‘U draagt mij wel op het volk verder te laten trekken, maar U hebt mij niet laten weten wie U met mij mee zult sturen, terwijl U toch gezegd hebt: “Jou heb Ik uitgekozen, jou ben Ik goedgezind.” 13 Als dat werkelijk zo is, laat mij dan weten wat Uw plannen zijn. Dan leer ik U kennen en weet ik zeker dat U mij goedgezind bent. Vergeet toch niet dat deze mensen Uw volk zijn.’ 14 De HEER antwoordde: ‘Moet Ik dan zelf meegaan om je gerust te stellen?’ 15 Mozes zei: ‘Als U niet Zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken. 16 Hoe zou moeten blijken dat U mij goedgezind bent, mij en ook Uw volk, tenzij U met ons meegaat? Alleen dan nemen wij immers een bijzondere plaats in onder de volken die de aarde bewonen.’ 17 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik verzeker je dat Ik zal doen wat je vraagt, want Ik ben je goedgezind en Ik heb je uitgekozen.’18 ‘Laat mij toch Uw majesteit zien,’ zei Mozes. 19 Hij antwoordde: ‘Ik zal in Mijn volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: Ik schenk genade aan wie Ik genade wil schenken, en Ik ben barmhartig voor wie Ik barmhartig wil zijn. 20 Maar,’ zei Hij, ‘Mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.’ 21 Toen sprak de HEER: ‘Er is een plaats op de rots waar je dicht bij Mij kunt komen staan. 22 Als dan Mijn majesteit voor je langs gaat, zal Ik je in een kloof laten schuilen en Mijn hand beschermend voor je houden tot Ik voorbij ben. 23 Als Ik Mijn hand weghaal, zul je Mij van achteren zien; Mijn gezicht mag niemand zien.’

­

Stilte

 

Samenzang: Psalm 122:1

 

1. Hoe sprong mijn hart hoog op in mij, / toen men mij zeide: `Gord u aan

om naar des HEREN huis te gaan! / Kom ga met ons en doe als wij!'

Jeruzalem, dat ik bemin, / wij treden uwe poorten in,

u, Godsstad, mogen wij ontmoeten! / Jeruzalem, van ver aanschouwd,

wel saamgevoegd en welgebouwd, / o schone stede, die wij groeten.!

 

Gebed: Almachtige en trouwe God, U was de Gids van Israël op de tocht door de woestijn. Wij vragen U ook ons te begeleiden. Voor ons is deze reis een vacantie, maar tegelijk ondernemen we hem uit liefde voor Uw Naam als een soort pelgrimstocht. Geef ons vrij en veilig te mogen genieten, bescherm ons voor gevaren, geef ons een open oog en hart voor onze medereizigers, en voor wat U ons mee wilt laten maken in het land waar Uw Zoon als mens geboren werd, leefde stierf en opstond. Laat deze komende dagen ons helpen om met vernieuwde toewijding te leven met U en voor onze naaste.

Stil gebed...

Onze Vader...

 

Zegenbede:  Psalm 134 – Een bedevaartslied

 

­1 Zegen de HEER, u allen die de dienst van de HEER verricht

en in het huis van de HEER staat, nacht aan nacht.

2 Hef uw handen op naar het heiligdom en zegen de HEER.

 

Samenzang: Psalm 134:3

 

3. Uit Sion, aan den HEER gewijd,

zegene u zijn heiligheid.

Hij die hemel en aarde schiep,

Hij is 't die u bij name riep.